Wat schieten bestaansonzekeren op met een (nieuw) label?
Beleidsnota’s behoren tot de teksten die het snelst verouderen, omdat beleidscategorieën voortdurend herlabeld en verfijnd worden. Van ‘bejaarden’ naar ‘ouderen’ naar ‘senioren’. Van ‘geestelijk gehandicapten’ naar ‘verstandelijk gehandicapte personen’ naar ‘mensen met een verstandelijke beperking’. Naast mantelzorgers zijn er nu ook jonge mantelzorgers, evenals personen met een licht verstandelijke beperking.
Betekent deze taalvernieuwing en -verfijning vooruitgang? Zijn groepen met het nieuwe label beter af? En spelen al die verschillende labels groepen niet eerder tegen elkaar uit in plaats van dat ze groepen verbinden? Sommigen pleiten daarom voor de herintroductie van ‘sociale klasse’ als samenbindende strijdbare term. Is het afstoffen van dit marxistische jarenzeventigvocabulaire zinvol?
Artikel met Radboud Engbersen te lezen op Sociale Vraagstukken